Foto en spreuk
Geeft januari een sneeuwtapijt,
dan zijn we gauw de winter kwijt
December veranderlijk en zacht,
geeft een winter zonder kracht.

Is oktober nat en koel,
wordt de winter zacht en zwoel
wordt de winter zacht en zwoel

Vallen de bladeren vroeg, dan wordt de herfst niet oud

Met een zonnige dag en een vochtige nacht, staat al wat bloeit in volle pracht.

Donderweer in juni maakt het koren dik.

Mag het dauwen in april en mei, wij zijn in oogst en september blij.

Een droge maartse wind, maakt de boeren goed gezind.
Is februari zacht, dan brengt de lente vorst bij nacht.

Geeft januari geen sneeuwtapijt, dan zijn we de winter nog zeker niet kwijt

Zo hoog in de winter de sneeuw, zo hoog in de zomer het gras

Blad aan de bomen met Sint Martijn, dan zal het een strenge winter zijn.

Als de R is in de maand, is het weer niet altijd meegaand.

Brengt juli hete gloed, zo gedijt september goed.

Hoort ge in juni de donder kraken, dan maken de boeren goede zaken.

In mei een warme regen, betekent vrucht en zegen
